Verhalen

Mijn vader herkent mij niet meer

Op de één of andere manier vind ik het fascinerend wie er allemaal in een verpleeghuis binnen komen. Wie komt er voor wie, wat is je relatie met mijn cliënt en hoe sterk is je binding. Je hoort wel eens: Mijn vader herkent mij niet meer. Ik realiseer mij dat de drempel van een verpleeghuis voor sommige mensen een grote stap is, een barrière misschien wel. Om wat voor reden dan ook.

Je staat er niet altijd bij stil maar soms kom je bijzondere gevallen tegen die je bij blijven als verplegend personeel. Bijzonder in de zin van erg verdrietig maar gelukkig ook prachtige momenten tijdens het bezoek van mensen tijdens je werk. Een klein voorbeeld: Mijn vader herkent mij niet meer…..

Vorig jaar kwam een man van rond mijn eigen leeftijd de afdeling oplopen. Ik had hem nog nooit gezien maar wist in een fractie van een seconde voor wie hij kwam. Het was één gezicht met een cliënt op deze afdeling maar dan de jongere versie. Wow, echt twee druppels water! Hij was wat zoekende door de gang en mijn collega wees hem de weg naar de juiste kamer van zijn vader. Vreemd dat ik hem nog nooit gezien had maar wellicht kwam hij precies op de dagen dat ik veelal vrij was, hield ik mezelf voor.

Mijn vader herkent mij niet meer

Niet veel later werd ik aangetikt door een collega die wees naar dezelfde meneer die net bij zijn vader was binnengelopen. Hij stond inmiddels weer op de gang en bleef staan bij de deur. ‘Die is voor jou’, werd er nog even gezegd en weg was mijn collega weer. Ik besloot even polshoogte te nemen en ging er eigenlijk vanuit dat hij even een telefoontje ging plegen of wat dan ook. Toen ik vlak voor hem stond keek hij mij aan en zag de tranen in zijn ogen. ‘Mijn vader herkent mij niet meer. Hij zegt dat hij geen zoon heeft’, zei hij op een zachte maar indringende manier. Dat kan wel eens voorkomen, begon ik rustig, wanneer hebben jullie elkaar voor het laatst gezien? Het is een lang verhaal kreeg ik te horen maar de laatste 3 jaar is er eigenlijk geen face-to-face contact geweest tussen zoon en vader.

Lees ook:  Geen sociaal netwerk hebben

Het is niet aan mij om naar de reden te vragen waarom ze elkaar zo’n lange tijd niet hebben gezien. De intentie van zijn zoon was er nu in ieder geval om zijn vader te willen zien en dan is het vervelend als zijn vader hem niet herkend. Gezien het ziektebeeld van meneer, middenfase van dementie, kan het herkennen lastig zijn voor een korte of lange periode. Misschien kon ik een bemiddelpoging doen om voor beide een herkenning in een gesprek te creëren.

Ik wenkte meneer weer richting de slaapkamer van zijn vader en ik begroete onze cliënt uitbundig zoals hij dat gewend is van mij. ‘Ha broeder, wat kom je doen met die man?’ Ik ging op mijn hurken zitten voor zijn rolstoel en zei dat die meneer zijn zoon was en dat hij graag het verhaal wilde horen hoe ze vroeger met het hele gezin naar het strand gingen in de zomer. Via camping Ockenburg toch? We hadden het hier toevallig een paar dagen eerder over gehad samen tijdens een avonddienst. Hij was een prachtige verteller en hij begon al snel:

De strand herinnering

“Moeders had tassen vol met eten, drinken en handdoeken aan haar fiets en de kleine meid achterop de bagagedrager. Ik had mijn handen vol aan de jongen op zijn eigen fiets met die kleine luchtbanden zo groot als die van een step. De omwentelingen gingen soms te snel voor die kleine beentjes en dan schoten zijn voeten weer van de pedalen. Soms vloog hij dan tegen mij aan. soms vloog hij dan van de weg af. We gingen via Ockenburg bos en de camping naar het strand. Het laatste stuk was steil en vaak te warm. Door al dat zand moesten we vaak het laatste stuk lopen. Ik moest altijd 2x lopen omdat die blauwe kleine fiets nooit door die knul alleen door het mulle zand getrokken kon worden.”

Lees ook:  Haar laatste zucht

“Voordat ik op het strand stond, lag de eerste krentenbol al in het zand, was onze jongen alweer weggelopen en was moeders er vaak alweer klaar mee”. ‘Eierkoek!’, hoorde ik ineens naast me en het gesprek stopte. Vaders keek verrast naar ‘de onbekende man’ en zijn zoon herhaalde het nogmaals: we hadden altijd eierkoeken bij ons, geen krentenbollen. Ik liep nooit weg maar Ingrid had daar een handje van. Die wilde altijd naar de zee rennen’. Vader keek naar zijn zoon en een grote glimlach kwam te voorschijn. “Ja, eierkoeken. Die verdomde eierkoeken altijd. Jullie waren er gek op. Ingrid was inderdaad dol op de zee, jij deed je grote teen er nog niet in.”

‘Dat doet hij vast nog niet’, plaagde ik. ‘Nou broeder, dat zal wel meevallen want in dienst heeft hij maanden gevaren’. Vader richtte zich tot zijn zoon: ‘zit je nog bij de marine?’ Heerlijk om opeens toch die herkenning boven water te zien komen. Een emotioneel iets. Ook bij mij. Het tijdsbesef was wel totaal onjuist maar meneer werd als zoon herkend en dat was de bedoeling. Juist omdat herinneringen en herkenning op een PG-afdeling totaal niet vanzelfsprekend zijn. Het biedt helaas ook geen garantie voor een volgend bezoek maar dit bezoek kon niet meer stuk. Het gesprek verliep nog geruime tijd door en veel herinneringen werden opgehaald.

Lees ook:  Elke dag een stukje van jezelf verliezen

Ik verliet het tweetal en liet ze lekker nog herinneringen ophalen. Zoon bedankte mij na afloop hartelijk en gaf aan er spoedig weer te zijn. Blij dat ik weer iemand blij heb kunnen maken.

 

Deel dit bericht eens via: