Verhalen

Ben jij nog op de zaak geweest?

Elke ochtend zat hij al op zijn stoel in de gang als ik binnen kwam voor mijn dagdienst. Een bakkie pleur op zijn rollator en mij steevast Willem noemen. Ook goed, hij zag mij vaak als collega timmerman. Mijn collega José, mijn andere mannelijke collega in het team, werd altijd Dirk genoemd. Ben jij nog op de zaak geweest? Zijn standaard vraag als we elkaar zagen.

Een man van achter in de 90, een rasechte Hagenees, rap van tong en hij maakte van zijn hart echt geen moordkuil. Zinde hem iets niet dan kwamen zijn handen in actie waar zijn mond stokte. Ja, dat is op een PG-afdeling met kwetsbare ouderen met dementie best wel eens lastig. De-escaleren is het toverwoord op dergelijke afdelingen. Uiteraard doe je preventief ook al de nodige moeite om de vrede te bewaren en het plezier te vergroten.

Deze sterke man vond mannen vaak een bedreiging maar als ‘zijn collega’s’ Willem en Dirk samen op de werkvloer waren, dan was er vooral veel lol met hem want dan was hij in zijn eigen belevingswereld. Roepen over en weer en elkaar inseinen als er in zijn ogen weer eens een prachtige vrouw voorbij kwam. Op een gesloten afdeling betekende dit nagenoeg altijd dat hij een collega van ons bedoelde. Gelukkig kent niet iedere, vaak jongere, vrouwelijke collega de wat oudere Haagse uitspraken.

Lees ook:  En toen was daar haar schoonheid weer

Zo liep een jonge collega eens voorbij in de gang, net voorbij de deur van de huiskamer waar meneer samen met ‘zijn’ Willem en Dirk toevallig aanwezig waren. Het gesprek ging ongeveer als volgt:

Meneer: Hé Dirk, wat was dat nou voor niesje? Roep die is binnen!

Dirk: Nee joh, dat is helemaal niks. Laat lopen.

Meneer: Hè? Je bent toch niet van de verkeerde kant? Ik ben toch niet achterlijk? Mooi niesje man! Niesje mag wel ff op de knieën hoor.

Willem: Jij wil alleen maar je Duitse helm laten poetsen, mafkees.

Dirk: Dat redt die ouwe niet meer joh!

Meneer: Dat zal jullie verbazen mannen! De puddingbuks maakt nog steeds geen stuifmeel hoor, stelletje leipe!

Ja, dat was inderdaad een (gelukkig korte) conversatie maar gelukkig snappen veel mensen er helemaal niks van. Vrij vertaald: meneer zag de jonge dame wel zitten maar collega en ik (Dirk & Willem) raadden het hem af 🙂

Het past wel bij de ontremming die kan voorkomen bij mensen met dementie. Soms zelfs grensoverschrijdend zoals men dat tegenwoordig graag wil noemen. Dat kan voor de omgeving onaangenaam of beschamend zijn. Iemand maakt seksuele toespelingen of wordt handtastelijk. Hij of zij streelt de ander in het openbaar. Of iemand raakt billen of borsten van de ander aan. Hierbij geldt dat de patiënt zelf niet in de gaten heeft dat hij te ver gaat. Boosheid of een beroep doen op fatsoen helpt niet, omdat de cliënt niet altijd begrijpt wat hij fout doet.

Lees ook:  Wanneer is je leven voltooid?

Mannen in een zorgteam kan dan echt wel wat uitmaken op dat gebied. Het is voor een jonge meid in opleiding onprettig om een oudere man te moeten wassen en aankleden die seksueel ongeremd is maar het zelf eigenlijk niet weet. Een oudere man als ik 🙂 kan dan soms alleen al het verschil maken om in de buurt aanwezig te zijn. Andersom kan het natuurlijk ook zo zijn. Ook vrouwen met de diagnose dementie kunnen soms seksueel ongeremd zijn. In deze bizar vreemde tijd van beschuldigingen zonder bewijs is het dan erg fijn als een vrouwelijk collega in de buurt is.

Ik ben mondig genoeg en durf te zeggen dat het wel erg gek moet lopen wil ik verkeerd begrepen worden door cliënten. Maar we leven nu eenmaal in een vreemde wereld. Een uitspraak, of iets wat op een handeling lijkt, kan al verkeerd worden opgevat door een cliënt, familielid cliënt of misschien wel een collega. Vooral familieleden kunnen niet, of niet altijd, omgaan met eventuele ongeremdheid en ook niet op de manier zoals personeel soms reageert op deze ongeremdheid. Als zorgmedewerker ben je bezig met de-escaleren in de hoop conflicten te voorkomen. Het is dan lastig aan buitenstaanders uit te leggen dat dit niet volstaat met ‘gaat u maar even zitten meneer‘. Mijn collega Dirk noemen en even binnenkruipen in de belevingswereld van de cliënt kan dan wel effectief zijn.

Lees ook:  Het bezoek voor altijd in het hart

Inmiddels is ‘vriend Dirk’ met pensioen en de betreffende cliënt was helaas niet opgewassen tegen Corona, zoals zo enorm veel andere kwetsbare ouderen. ‘Ben jij nog op de zaak geweest?’ Ik hoor het hem nog roepen over de gang heen. Ik moet nog regelmatig aan dit soort gesprekken denken. Net als werken op een PG-afdeling. Zou daar mijn ‘roeping’ liggen vanaf volgend jaar?

Als ik binnenkort met mooi weer op de Grote Markt in Den Haag  ben en ik roep heel hard ‘Dirk’, dan weet ik zeker dat er iemand van Portugese afkomst heel hard ‘Willem’ terug roept 🙂

Deel dit bericht eens via: