De andere kant van de zorg
Ik mag mezelf alweer enkele jaren zorgprofessional noemen maar dat neemt niet weg dat er vooral een eenzijdige kijk op de zorg kan ontstaan. Dit verandert pas als je intensief betrokken wordt vanuit de andere kant van de zorg. Als een familielid of een andere naaste wordt opgenomen in ziekenhuis, revalidatieafdeling of een verpleeghuis. Pas dan zie je hoe complex en ondoorgrondelijk de gezondheidszorg kan zijn. De ander kant van de zorg geeft veel ongemak en onrust als je nimmer met de zorg, in de ruimste zin van het woord, van doen gehad hebt.
Zoals al eerder beschreven in dit artikel stond ik opeens aan de andere kant van de zorg toen mijn vader noodgedwongen werd opgenomen op de revalidatieafdeling van een verpleeghuis. Als de revalidatie niet goed blijkt te verlopen dient opeens een plek gevonden te worden in een ander verpleeghuis voor langdurige zorg. Artsen en verplegend personeel kunnen het nog zo duidelijk brengen, als je nooit met de zorg in aanraking bent gekomen dan is het vooral veel onzekerheid voor het onbekende als naaste familielid. Ik ben blij dat ik als 1e contactpersoon van mijn vader, mijn beide ouders daar goed in kon begeleiden. Ik ben dan ook blij dat we een passend plekje in een verpleeghuis hebben kunnen bemachtigen op een straatlengte van mijn eigen huis zoals ik hier al bekend had gemaakt.
Onheilspellend bericht
Als niet veel later één van mijn beste vrienden met het onheilspellende bericht komt dat zijn jongere zus de diagnose ALS heeft gekregen, springen niet alleen de tranen in de ogen maar fungeer ik ook direct als vraagbaak: hoe werkt dit? Hoe gaat het nu verder? Wat is de levensverwachting? Kan ze nog thuis blijven wonen? Wat als het snel slechter gaat en wat als de kwaliteit van leven in het gedrang komt. Vragen die relevant zijn maar waar menig buitenstaander totaal geen weet van heeft. Hoe werkt thuiszorg? Wat is mogelijk in eigen huis als de zorgzwaarte gaat toenemen? Wie bepaalt wat en waar kan ze terecht als het thuis niet meer gaat? Vragen die makkelijker zijn te beantwoorden als je zelf in een verpleeghuis werkt, maar die totaal onbekend zijn als je nooit met de zorg in aanraking bent gekomen.
Ik ben dankbaar dat ik mijn steentje dan kan bijdragen. Vragen kan beantwoorden en zo objectief mogelijk verder te kijken naar de mogelijkheden indien de vreselijke ziekte ALS zich verder gaat openbaren. ALS is immers een ongeneselijke ziekte. Dat moet je eerlijk kunnen benoemen en bespreken hoe de rest van het leven mogelijk gaat verlopen. Praten over een uitvaart is geen taboe maar uiteraard wel erg emotioneel als het een direct naaste betreft. Een luisterend oor aanbieden is één, maar actief meedenken en ondersteunen waar nodig is dan een logisch gevolg in mijn karakter.
‘We kunnen niks meer doen’
Gisteren belde mijn andere zeer naaste vriend met het vreselijke nieuws dat zijn zus was opgenomen in het ziekenhuis en de laatste uitslagen van de scans zojuist bekend waren gemaakt. In een familiegesprek met de artsen werd bekend dat ze ‘niks meer konden doen’. Dat de wereld onder je wegzakt bij haar, haar partner en haar broer, dat mogelijk duidelijk zijn. Wat nu te doen? Wat is de levensverwachting? Waar kan ze naar toe? Hoe gaat dit allemaal? Na het nieuws stond ik niet veel later aan haar bed in het bijzijn van haar partner en mijn boezemvriend. De arts kwam met het advies een passende hospice voor haar te vinden. Een gesprek met de transferverpleegkundige in het ziekenhuis bracht voor hen meer verwarring dan duidelijkheid. Wil jij er even bijkomen en actief meedenken Wilco?
Snel schakelen
De transferverpleegkundige en ik spraken dezelfde taal. Een ziekenhuis houdt geen kostgangers als ze niet ergens voor behandeld kunnen worden. Een hospice vinden is vaak een afweging van plaatsingsmogelijkheden, locatie en wellicht ook de eigen bijdrage, indien van toepassing. Op mijn aanraden werd een keuze gemaakt en werd de aanvraag volgens de reguliere weg gedaan vanuit het ziekenhuis naar een verpleeghuis met een palliatieve afdeling bij de zorgorganisatie waar ikzelf ook werkzaam ben. Een belletje door mij in de ochtend naar de afdeling woonzorgbemiddeling ter bevestiging of de aanvraag daadwerkelijk al door het ziekenhuis was gedaan, bracht bij mij de nodige rust dat ik mijn inbreng heb kunnen doen. Dankbaarheid is een groot goed maar het is vooral het ontnemen van onrust en zorg bij hen door de juiste informatie te geven die mij genoegen geeft.
Als je aan de andere kant van de zorg staat, in volle emotie beslissingen moet gaan maken waarbij je niet eens weet wat en welke keuze je hebt, is bijzonder lastig. Ons uitgeklede zorgstelsel, de manier van werken in een verpleeghuis t.o.v. een ziekenhuis, welke keuze is er te maken…… het is een flinke materie als familieleden opeens worden geconfronteerd met deze slechte berichten. Als buitenstaander, de andere kant van de zorg, is het vaak meer confronterend dan zelf werken in de zorg. Omgaan met de (naderende) dood in je werk als zorgprofessional is bouwen op ervaring maar een naaste verliezen op een te jonge leeftijd is emotioneel een compleet ander verhaal.
Het is uiteraard pas een begin want echte vrienden laat je niet vallen. Ik zal er voor ze zijn tot aan het einde en zelfs daar voorbij. In voor- en in tegenspoed zoals we dat ooit nog wel eens durven te zeggen.