Verhalen

Ik ben alleen benauwd als ik spanning heb

Ik zag hem alweer in het rookhok zitten in zijn rolstoel aan het begin van mijn dienst. Zijn hand ging de lucht in en dat is meestal even een teken van goedendag zeggen. Ik ruik de rook als ik de deur openzwaai. ‘Ha broeder, fijn dat je er weer bent vanavond. Ik zit toevallig net even een sigaretje weg te roken’. Dat is vast de eerste van dit uur zeg ik plagerig en hij kijkt op zijn horloge voordat hij reageert. ‘Ja, bijdehand, het is net vijf over twee. Natuurlijk is het de eerste van dit uur!’

Jij hebt toch ook gerookt broeder? Ja, ik heb denk ik 35 jaar gerookt, waarvan de helft zelfs zware shag, gaf ik ruiterlijk toe. Inmiddels al 5 jaar gestopt zonder enige hulp of hulpmiddel en nooit meer naar omgekeken, vervolgde ik vol trots. ‘Nou, dan weet je hoe lekker ontspannen zo’n sigaretje kan zijn verontschuldigde hij zich. Ik rook ruim 65 jaar denk ik en ik stop pas als ik er bij neerval. Dat kan jij mij als 90-jarige niet kwalijk nemen’, beet hij mij plagerig toe.

Overhalen kan ik u toch niet ben ik bang maar uw benauwdheid is soms wel heel erg vindt u niet? COPD is niet iets om luchtig over te doen probeerde ik voorzichtig. ‘Broeder’, begon hij bijna vaderlijk, ‘broeder, ik ben alleen benauwd als ik spanning heb. Die COPD komt door die fijnstof toen ik in de scheepbouw werkte. Dat is zolang geleden, daar heeft dat roken niks mee te maken’.

Lees ook:  Het was me het jaartje wel

Ik ging die discussie natuurlijk nooit winnen als hij zo ging praten en keek nog even naar zijn bakje met sigaretten. Zijn inhaler dapper erbij in hetzelfde bakje. Het is een mooie combinatie en voor hem werkt het schijnbaar. Een rasechte Hagenees van 90 jaar is niet meer van het roken af te halen en dat moeten we ook maar niet willen. De spanning zou hem alleen maar benauwd maken 🙂

Hoe anders was het een paar weken eerder. Hij lag ziek in bed met een flinke longontsteking. Samen met de COPD was de benauwdheid voor de beste man bijna niet te doen. Enkele dagen heeft hij zelfs met 3 liter zuurstof/min op bed ondersteuning gekregen. Ter observatie is hij zelfs nog een keer ingestuurd naar het ziekenhuis. Toen hij weer een klein beetje herstelde kwam zijn rookbehoefte al snel weer opsteken. Zonder enig overleg schoof hij uit bed zo zijn rolstoel in, deed zijn neusbril van de zuurstof af en ging zelfstandig naar het rookhok! Even een sigaretje en weer terug naar bed en weer aan de zuurstof! Dit alles zo geraffineerd en sneaky dat we het soms niet eens in de gaten hadden. Alsof een puber stiekem onder zijn huisarrest omzeilde.

Lees ook:  Trots dat ik kan huilen

Het is een stronteigenwijze man maar zijn manier van redeneren is elke keer weer zo hilarisch. Liegen alsof het gedrukt staat, iedereen voor zijn karretje spannen en gniffelend lachen als zijn plannetjes weer gelukt zijn. Alles voor die ene sigaret. Is het niet in de rookkamer dan regelt hij ‘een duwtje naar de tuin’. Dat laatste het liefst door een onbekende want die zeuren dan niet over saturatie en COPD.

En als hij het dan echt weer even te kwaad heeft dan pakt hij zijn puffer theatraal om vervolgens de spanning de schuld te geven. ‘Ik ben alleen benauwd als ik spanning heb’. Ik denk dat hij die smoes zo vaak gebruikt heeft, dat hij het zelf is gaan geloven 🙂

Vanuit onze revalidatieafdeling is hij naar een verzorgingstehuis gegaan. Na zijn eerste bezichtiging daar, kwam hij lyrisch terug op de afdeling. ‘Broeder, wat ik nou mee maak! Mijn kamer is op de eerste t.o. de lift die direct beneden voor het restaurant stopt. Kan ik zo een biertje bestellen en door de tuindeur naar buiten om te roken’. Ik gunde het hem zo. Ik hoop dat hij nog jaren mag roken.

Deel dit bericht eens via:
error: Content is protected !!