Jammer dat hij naar huis kon
De man in dit verhaal was een draak in de eerste dagen op onze revalidatieafdeling maar na een lang revalidatietraject stonden we in tranen. Je mag het niet zeggen maar: jammer dat hij naar huis kon.
Hij had al veel meegemaakt in het ziekenhuis, was door Corona ruim 30 kilo afgevallen en werd binnen gebracht met een delier. Symptomen van een delier zijn vooral verwardheid, desoriëntatie, hallucinatie en onrust. Hij had het allemaal en niet te weinig ook! Voor het verplegend personeel was het een ramp in de omgang, niet in de laatste plaats omdat meneer erg verzwakt was, hierdoor een verblijfskatheter had en soms nog moest worden ondersteund met zuurstof.
Onrust
De man werd op het hart gedrukt dat hij vooral de eerste dagen in bed moest blijven liggen omdat hij niet in staat was zelfstandig uit bed te kunnen, niet te kunnen lopen e.d. Gevoelsmatig kon je beter tegen een muur praten. Een gevolg was dat meneer een enkele keer in zijn slaapkamer op de grond werd aangetroffen ondanks inzet van alarmering e.d. Er was geen land mee te bezeilen. Je kon hem moeilijk vastbinden….
Na dagen druk in de weer te zijn geweest met deze beste man, werd meneer uiteindelijk wat rustiger. De medicatie deed zijn werk en de persoonlijke aandacht van ons team deed hem goed. Minder onrust, minder argwaan en minder desoriëntatie. Duidelijk was dat hij een lang revalidatietraject nodig had om weer een schim te worden van de man die hij ooit was. De man kwam voor een operatie in het ziekenhuis en kreeg daar Corona tijdens de eerste golf. Binnen de kortste keren lag hij op zijn buik op de IC te vechten voor zijn leven. Zonder geopereerd te zijn voor waar hij voorkwam verliet hij het ziekenhuis en kwam bij ons aansterken. In eerste instantie herstellen zodat hij alsnog geopereerd kon worden maar zijn ultieme doel was uiteraard een terugkeer naar huis.
Kleine stapjes vooruit
Aansterken valt nog niet mee als je stronteigenwijs bent, kieskeurig bent met eten, diabeet bent en soms medicatie weigert. Het werd een lang traject waarbij wederzijds vertrouwen vaak op de proef gesteld is maar uiteindelijk wel is bereikt. Ik kreeg een goede band met hem, net als uiteindelijk de rest van het team. Achter alle angst, argwaan en onrust bleek een lieve en sociale man te zitten. Stukje bij beetje kwam het sociale langzaam weer boven. Meneer kreeg het naar zijn zin op de afdeling, uiteindelijk soms zelfs een beetje te veel naar zijn zin. Door zijn langdurig verblijf kende hij het volledige team bij naam, zag hij cliënten komen en weer gaan en wist hij precies waar alles stond.
Extra zuurstof was niet meer nodig, ik verloste hem van zijn verblijfskatheter en zijn bloedglucosespiegel had hij weer volledig onder controle. Met zijn rollator werd hij een soort van kamerheer op de afdeling. Het hele team liep weg met hem. Voor zijn mede cliënten, die minder goed ter been waren, bracht hij op de vroege ochtend een kopje koffie en als mensen even niet uit bed konden komen, kwam hij even langs voor een praatje. Hij hield alles goed in de gaten op een leuke en spontane manier. Als een andere cliënt verhuisde naar een andere afdeling dan ging hij daags daarna even lang om gedag te zeggen.
Revalidatiedoel
Toen zijn revalidatiedoel bereikt was, werd het tijd om verder te kijken dan alleen onze afdeling. Ja, hij wilde best wel blijven en ja, dat leek ons ook wel wat. Maar op een revalidatieafdeling is dat simpelweg niet mogelijk. Bedden op een revalidatieafdeling van een verpleeghuis zijn schaars en de vraag ernaar is enorm. Niemand kan langer blijven dan strikt noodzakelijk. Zijn operatie in het ziekenhuis verliep succesvol en ook hiervan herstelde meneer vrij snel. Tijd om voor deze man de thuiszorg te informeren en meneer met ontslag te laten gaan. Gezamenlijk hebben we nog grapjes gemaakt om hem langer bij ons te kunnen laten verblijven. Met een goeie val kon hij immers zijn vertrek vertragen. Dat zou wel heel erg zuur voor hem zijn geweest 🙂
Het werd een afscheid met een lach en een traan. Prachtig om te zien dat deze stronteigenwijze en erg verzwakte man uiteindelijk weer sterk genoeg geworden is om zelfstandig naar zijn eigen huis te kunnen terugkeren. Ons team, inmiddels uitgewaaierd over de andere overgebleven afdelingen, hebben het nog regelmatig over hem. Die ene zin komt elke keer weer naar voren: Jammer dat hij naar huis kon.
Hij is één van de vele voorbeelden van cliënten waarvan je zo graag zou willen weten hoe het met ze gaat. Het was echt een prachtmens. Ik zie hem nog schuifelen achter zijn rollator van kamer naar kamer. Zo erg als hij binnenkwam op de afdeling, zo prachtig was het toch ook om hem weer te zien gaan. Tsja, jammer dat hij naar huis kon. 🙂