Op de kantlijn van de tijd wachtend op de eeuwigheid
Het is misschien wel de mooiste zin die ik in de afgelopen jaren heb gehoord op mijn werk in de ouderenzorg: Op de kantlijn van de tijd wachtend op de eeuwigheid. Statige woorden die passen bij statige mensen. De zin ooit uitgesproken, en vooral besproken, door het duo Jacob en Mike, twee bijzondere mannen die ik leerde kennen in mijn derde leerjaar op de revalidatieafdeling van ons verpleeghuis. Het is ook de zin die nog steeds door mijn hoofd schiet bij een naderend overlijden of tijdens gesprekken met cliënten over de dood. De laatste tijd net even iets teveel.
Jacob en Mike deelden samen een kamer en waren welbespraakt zoals dat heet. Jacob, de oud-koopvaardij kapitein had een prachtige zware stem en praatte deftig zoals we dat noemden. Mike, was bijna zijn hele werkende leven aan het Haga (Leyenburg Ziekenhuis) verbonden geweest als verpleegkundige op de OK. De bulderlach van Mike weet ik mij nog goed te herinneren, die is niet meer te vergeten. Zo hartelijk en zo uitbundig. In een eerder verhaal heb ik al eens beschreven hoe Mike en ik met elkaar in contact kwamen. Een bijzondere ontmoeting en we kregen een bijzondere band met elkaar. Helaas heb ik in dit verhaal moeten vertellen dat ik aanwezig ben geweest op zijn begrafenis, nu bijna alweer een jaar geleden.
Over Jacob heb ik nog geen verhaal geschreven bedenk ik mij nu. Jacob overleed in september 2021 in het ziekenhuis tijdens mijn vakantie. Dat kwam toen hard binnen. Hij zou immers een week later met ontslag naar huis gaan. Wel eer ik hem door één van onze gezamenlijke foto’s nog steeds te gebruiken als kopfoto op mijn Facebookpagina. Met toestemming van de familie uiteraard.
Poëtisch
Het was vooral Jacob die poëtisch kon praten. Als een dichter, een voordrager, een volksverteller. Zijn stem hoorde je over de hele afdeling als hij op zijn praatstoel zat. Prachtig om te horen. Ik hoor het hem nog zeggen: “Nou Mike, ze kunnen zeggen wat ze willen maar we op de kantlijn van de tijd, wachtend op de eeuwigheid”. De bulderlach van Mike volgde door de gehele huiskamer heen en snikkend brieste hij uit dat dit niet de meest bemoedigende woorden waren voor op een revalidatie-afdeling.
‘Ik bedoel alleen maar te zeggen dat we allemaal dood gaan. Normaal gesproken wij wat eerder dan broeder Wilco met zijn witte jas en rode schoenen’, verdedigde hij zich met een uiterst serieuze blik. Het was altijd een mooie combinatie die twee als ze aan het mijmeren waren over vroeger, de toestand van de wereld en de mooie zusters op de afdeling. De ene pratend als een statige landheer en de ander bulderend van het lachen door vooral zijn vermogen tot visualisatie. Hij zag alles voor zich wat er ook maar gezegd werd. Hilarisch elke avond weer als de buurvrouw Ciska zei dat ze met de kippen op stok ging. Voor haar een dagelijkse uitspraak maar Mike zag het gewoon voor zich en de tranen liepen weer over zijn wangen. Zeker als ik er vaak weer een opmerkingen achter aan gaf. Humor maakte de revalidatie simpelweg een stuk dragelijker voor deze mooie mensen.
Uit de mouw
Jacob was niet alleen welbespraakt, hij wist ook gewoon erg veel. Klassieke muziek, componisten, dichters en ga zo maar door. Ook was hij een liefhebber van de veelal korte gedichten van Toon Hermans. Hij schudde ze zo uit zijn mouw (ik hoor Mike alweer lachen). Deze gedichten kende hij dan ook uit zijn hoofd en vlogen met regelmaat over de tafel.
Geluk is geen kathedraal,
misschien een klein kapelletje.
Geen kermis luid en kolossaal,
misschien een carrouselletje.
Geluk is geen zomer van smetteloos blauw,
maar nu en dan een zonnetje.
Geluk dat is geen zeppelin,
’t is hooguit ’n ballonnetje.
Toon Hermans
De twee mannen hebben een blijvende herinnering in mijn hart. Mijn derde leerjaar op de inmiddels gesloten revalidatieafdeling van ons verpleeghuis was sowieso by far het mooiste en meest leerzame jaar geweest voor mij. Op de kantlijn van de tijd wachtend op de eeuwigheid is de zin die ik nooit zal vergeten. Met de ervaring die ik nu heb weet ik inmiddels ook dat de kantlijn van de tijd een uiterst dunne lijn is waar we niet lichtzinnig over moeten denken. De laatste tijd eigenlijk gewoon teveel mensen moeten zien gaan. Het gaat me aan het hart.
Leef je leven elke dag! Proost Jacob en Mike! Op de mooie woorden die jullie mij geleerd hebben!